Alle reguliere werkzaamheden zijn onderworpen aan socialezekerheidsbijdragen. Dit is een verplichte inhouding op je beroepsinkomsten, die wordt gebruikt om de sociale zekerheid te financieren. Afhankelijk van het feit of je werknemer, ambtenaar of zelfstandige bent, verschilt de manier waarop je je bijdragen betaalt. Bijdragen voor werknemers en ambtenaren worden rechtstreeks ingehouden op je brutoloon en betaald aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ). Zelfstandigen betalen hun bijdragen om de drie maanden aan een sociaal verzekeringsfonds naar keuze. Werknemers en zelfstandigen hebben dus elk een verschillend sociaal beschermingsstelsel.
Werknemers zijn niet de enigen die de sociale zekerheid financieren. Ook werkgevers dragen bij. Voor elke werknemer moet een werkgever 24,77% van het brutoloon van de werknemer aan de RSZ betalen. Tot slot draagt ook de staat bij aan het algemene budget door onder andere een deel van de btw-inkomsten te gebruiken.
De sociale zekerheid
Alle reguliere werkzaamheden zijn onderworpen aan socialezekerheidsbijdragen. Dit is een verplichte inhouding op je beroepsinkomsten, die wordt gebruikt om de sociale zekerheid te financieren. Afhankelijk van het feit of je werknemer, ambtenaar of zelfstandige bent, verschilt de manier waarop je je bijdragen betaalt. Bijdragen voor werknemers en ambtenaren worden rechtstreeks ingehouden op je brutoloon en betaald aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ). Zelfstandigen betalen hun bijdragen om de drie maanden aan een sociaal verzekeringsfonds naar keuze. Werknemers en zelfstandigen hebben dus elk een verschillend sociaal beschermingsstelsel.
Werknemers zijn niet de enigen die de sociale zekerheid financieren. Ook werkgevers dragen bij. Voor elke werknemer moet een werkgever 24,77% van het brutoloon van de werknemer aan de RSZ betalen. Tot slot draagt ook de staat bij aan het algemene budget door onder andere een deel van de btw-inkomsten te gebruiken.
1. Ziekte- en invaliditeitsverzekering
De ziekte- en invaliditeitsverzekering komt overeen met het systeem voor de terugbetaling van ziektekosten en de financiering van een vervangingsinkomen in geval van arbeidsongeschiktheid, invaliditeit of zwangerschaps-/vaderschapsverlof. We hebben de werking van het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering (RIZIV) en de mutualiteiten al behandeld. Als je meer informatie wilt over hoe ze werken, raadpleeg dan de factsheet over gezondheid en terugbetaling van medische kosten. We zullen hieronder alleen ingaan op het verstrekken van een vervangingsinkomen.
Arbeidsongeschiktheid : Wanneer je je arts consulteert, kan hij of zij beslissen om je op ziekteverlof te sturen. De duur van dit verlof staat vermeld op het medisch attest die je arts je geeft. Tijdens deze periode ga je niet werken, maar ontvang je wel je volledige loon of een deel ervan. Meer specifiek ontvangen werknemers 100% van hun salaris tijdens de eerste maand van het ziekteverlof. Na deze periode neemt het ziekenfonds het over en betaalt 60% van het brutoloon van de werknemer. Voor arbeiders neemt het ziekenfonds het over na 2 weken arbeidsongeschiktheid. Als je meer dan een jaar niet kunt werken, krijg het statuut van invalide. Je loon zal dan nog steeds gekoppeld zijn aan je vroegere brutoloon, maar het percentage zal afhangen van je gezinssamenstelling (gezinshoofd, alleenstaand, samenwonend).
Zwangerschaps- en vaderschapsverlof :Zwangerschapsverlofvoor werknemers duurt 15 weken en tijdens deze periode ontvangt de werknemer een vervangingsinkomen. Dit is 82% van je brutosalaris gedurende de eerste 30 dagen, en daalt tot 75% vanaf de 31e dag daalt het tot 75%.
Om het zwangerschapsverlof goed te begrijpen, moeten we het onderverdelen in 3 verschillende delen: prenataal verlof (voor de geboorte), verplicht verlof (1 week voor de geboorte) en postnataal verlof (na de geboorte). Postnataal verlof duurt minimaal 9 weken, maar kan langer zijn als de werknemer een deel van de 5 weken prenataal verlof uitstelt. De ongebruikte weken prenataal verlof worden toegevoegd aan het verlof na de bevalling. Er moet ook worden opgemerkt dat sinds 2020, als een arts beslist dat je ziek bent voor de bevalling, je niet langer verplicht bent om je zwangerschapsverlof te laten ingaan. Dat wordt dan een periode van eenvoudige arbeidsongeschiktheid.
Vaderschapsverlof is momenteel vastgesteld op 15 dagen, die in één keer of in termijnen kunnen worden opgenomen. Het loon wordt de eerste 3 dagen 100% gegarandeerd door de werkgever en de laatste 12 dagen 82% van het brutoloon door de ziekenfondsen.
2. Gezinsbijslagen
Gezinsbijslagen omvatten gezinstoelagen, geboortepremie, adoptiepremie en schoolpremie. Deze financiële steun wordt betaald door FAMIRIS of door een kinderbijslagfonds tot de leeftijd van 18 jaar. Kinderen die na hun 18e verder studeren, blijven afhankelijk van hun ouders. Ouders kunnen dus kinderbijslag blijven ontvangen tot hun kind 25 jaar wordt.
Kinderbijslag: Dit is financiële steun die ouders elke maand ontvangen om hen te helpen voor hun kind te zorgen. Het bedrag hangt af van het geboortejaar van het kind. Er zijn twee regelingen. Kinderen geboren voor 2020 ontvangen nog steeds dezelfde bedragen, terwijl kinderen geboren na 2020 profiteren van de nieuwe, voordeligere bedragen. Om het bedrag van je kinderbijslag te berekenen, kun je een simulatie uitvoeren op de FAMIRIS-website.
De geboortepremie: Dit is een eenmalige betaling die wordt gedaan bij de geboorte van een kind om de ouders te helpen de kosten te dragen die zich voordoen bij het opnemen van een pasgeborene in het gezin. Dit bedrag is hoger voor het eerste kind dan voor volgende kinderen. Er moet worden opgemerkt dat pleeggezinnen ook de adoptiepremie kunnen aanvragen. Die is gelijk is aan de geboortepremie.
De schoolpremie: Dit is een bedrag dat eind augustus voor het begin van het schooljaar wordt betaald. Met dit bedrag kunnen ouders schoolkosten betalen, zoals een schooltas, schriften, enz.
3. De pensioenen
In België is de pensioengerechtigde leeftijd 65 jaar, geleidelijk oplopend tot 67 jaar in 2030. De overheidsinstantie die verantwoordelijk is voor de pensioenen is de Federale Pensioendienst. De hoogte van je pensioen hangt af van drie criteria: de samenstelling van je huishouden, de duur van je loopbaan en de hoogte van je inkomen tijdens je loopbaan. Je kunt de berekening van je pensioen simuleren op de website van de Pensoendienst. Aarzel niet om deze te raadplegen.
Ben je 65 en heb je nooit of heel weinig gewerkt? Het OCMW kan je helpen door je de inkomensgarantie voor ouderen, toe te kennen. Maak een afspraak bij het OCMW in je gemeente.
4. Werkloosheid
Zoals bij elke pijler van de sociale zekerheid is er een overheidsinstantie die beslissingen neemt over werkloosheid voor mensen die hun job hebben verloren. Dit is de RVA, de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening. Die verzamelt alle informatie over de arbeid die je in België hebt verricht. Zo kan het bepalen of je in aanmerking komt voor een werkloosheidsuitkering. Om in aanmerking te komen, moet je ingeschreven zijn bij Actiris, mag je niet verantwoordelijk zijn voor je werkloosheid (bijvoorbeeld bij ontslag, zware fout, enz.) en moet je lang genoeg gewerkt hebben om in aanmerking te komen (voldoende referentieperiode). Als aan deze voorwaarden is voldaan, kun je een werkloosheidsuitkering aanvragen bij je vakbond of HVW.
De hoogte van je werkloosheidsuitkering hangt af van een aantal criteria. Ten eerste wordt er rekening gehouden met het bedrag van je laatste loon. Je werkloosheidsuitkering is een bepaald percentage van je laatste loon. Dit percentage varieert naargelang de samenstelling van je gezin en de tijd die je werkloos bent geweest. In België is werkloosheid degressief, wat betekent dat het bedrag van je uitkering afneemt met de tijd.
5. Beroepsziekten
Een beroepsziekte is een ziekte die je oploopt als gevolg van het uitoefenen van je beroep. Werkomstandigheden kunnen het lichaam verslijten en na verloop van tijd gezondheidsproblemen veroorzaken. Er bestaat een lijst van meer dan 150 beroepsziekten die erkend zijn door het Federaal Agentschap voor Beroepsrisico's. Als een arts een rechtstreeks verband tussen je beroep en je gezondheidsproblemen vaststelt, zal dit Agentschap alle kosten in verband met de ziekte (medische verzorging, medicatie en uitrusting) dekken en je een vervangingsloon betalen als je door de ziekte niet kunt gaan werken.
6. Arbeidsongeval
De tak "arbeidsongevallen" van de sociale zekerheid verschilt enigszins van de andere takken omdat er geen overheidsinstantie is die expliciet verantwoordelijk is voor de schadeloosstelling van slachtoffers van arbeidsongevallen. In plaats daarvan zijn Belgische werkgevers wettelijk verplicht om hun werknemers te verzekeren bij een private verzekeringsorganisatie. Bij een ongeval op het werk of op weg van en naar het werk dekt deze verzekering de medische kosten en het vervangingsinkomen bij arbeidsongeschiktheid. Als je werkgever dit echter niet doet, kun je contact opnemen met het Agentschap voor beroepsrisico’s en je vakbond.
7. Betaalde vakantiedagen
Over het algemeen denken we bij betaalde vakantie aan dagen waarop we niet gaan werken, maar waarvoor we wel een dag loon ontvangen. Deze definitie vertegenwoordigt slechts een deel van het recht op betaalde vakantie, want er is een verschil tussen enkel en dubbel vakantiegeld.
Enkel vakantiegeld komt overeen met de bovenstaande definitie. Een jaar voltijds werken geeft de werknemer het volgende jaar recht op 20 dagen betaalde vakantie.
Het dubbel vakantiegeld is een eenmalig bedrag dat rond juni op de rekening van een werknemer wordt gestort om zijn vakantie te betalen. Het dubbel vakantiegeld staat beter bekend als vakantiepremie. Het is een wettelijke verplichting, dus je werkgever kan het niet weigeren. Het bedrag van het dubbel vakantiegeld voor iemand die het jaar voordien één jaar voltijds heeft gewerkt, is het equivalent van 20 dagen salaris die in één keer worden uitbetaald.
Sociale zekerheid voor zelfstandigen
Zelfstandigen betalen ook socialezekerheidsbijdragen om in aanmerking te komen voor sociale basisbescherming (zie hieronder), door zich aan te sluiten bij een sociaal verzekeringskas. Dit is echter een andere regeling dan die voor werknemers. Kortom, de sociale zekerheid voor zelfstandigen biedt minder voordelen dan die voor werknemers. Een zelfstandige heeft bijvoorbeeld geen recht op betaalde vakantiedagen en zal zichzelf moeten verzekeren op het werk. De hoogte van het pensioen zal ook lager zijn dan dat van een werknemer.
De sociale zekerheid voor zelfstandigen wordt beheerd door het INASTI, het Rijksnstituut voor Sociale Verzekeringen voor Zelfstandigen (RSVZ). Dit instituut controleert of alle zelfstandigen in België driemaandelijks hun bijdragen betalen. Zelfstandigen betalen hun bijdragen om de drie maanden aan een betalingskas naar keuze. Het bedrag van deze bijdragen varieert naargelang de grootte en de leeftijd van de onderneming. Dit bedrag wordt vervolgens verdeeld over de vijf pijlers van de sociale zekerheid.
De 5 takken van de sociale zekerheid voor zelfstandigen
1. Ziekte- en invaliditeitsverzekering: net als werknemers hebben zelfstandigen recht op terugbetaling van hun ziektekosten via een ziekenfonds of de HZIV. Deze laatste kan ook toegang geven tot een vervangingsinkomen in geval van ziekte, maar alleen als je arbeidsongeschiktheid langer dan 7 dagen duurt. Het zwangerschapsverlof is korter dan dat voor werknemers.
2. Gezinsbijslagen: Kinderbijslag, geboortepremie en schoolpremie zijn hetzelfde als voor werknemers in loondienst.
3. Pensioenen: Zelfstandigen hebben ook recht op een pensioen als ze 65 worden. Ze zijn echter niet verplicht om op die leeftijd te stoppen met werken. Het bedrag van het zelfstandigenpensioen is lager dan dat van andere pensoensregelingen. Een zelfstandige zal niet in staat zijn om de dagelijkse kosten van levensonderhoud te dekken met alleen een pensoen. Zelfstandigen wordt daarom aangeraden om tijdens hun werkzame leven te sparen voor hun pensioen.
4. Overbruggingsrecht: Zelfstandigen hebben recht op een werkloosheidsuitkering, maar alleen onder bepaalde voorwaarden. Dit overbruggingsrecht geeft toegang tot een werkloosheidsuitkering in geval van faillissement, officiële stopzetting, collectieve schuldenregeling of gedwongen onderbreking van de activiteit.
5. Mantelzorguitkering: Iemand die een pauze wil nemen om voor een gezinslid te zorgen, kan een toelage voor mantelzorger krijgen voor maximaal 12 maanden.